Axiale Spondyloartritis (SpA)

Spondyloartritis (SpA) is een verzamelnaam die wordt gebruikt voor chronische reumatische aandoeningen van het bewegingsapparaat met een aantal gemeenschappelijke kenmerken, waaronder ontstekingen van de gewrichten (artritis), pezen en bindweefsel (enthesitis) en benige vergroeiingen van de gewrichten (ankylose). Naast klachten aan het bewegingsapparaat kunnen andere symptomen aanwezig zijn, zoals ontstekingen van het oog (uveitis), de huid (psoriasis) en de darmen (de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa). SpA is onder te verdelen in axiale SpA en perifere SpA. Bij axiale SpA zijn voornamelijk het bekken (de SI-gewrichten) en de wervelkolom aangedaan. Bij perifere SpA staan ontstekingen aan de gewrichten en peesaanhechtingen buiten de SI-gewrichten en de wervelkolom op de voorgrond.

Ziekte van Bechterew (Ankyloserende Spondylitis)

De meest bekende aandoening binnen axiale SpA is de ziekte van Bechterew, ook wel ankyloserende spondylitis (AS) genoemd. Dit betekent ‘ontsteking van de wervelkolom die kromming veroorzaakt’. Ontstekingen in de SI-gewrichten en de wervelkolom veroorzaken pijn en stijfheid in de rug. Deze pijn en stijfheid zijn vooral in de nacht en ochtend aanwezig en verbeteren door bewegen. Uiteindelijk kunnen benige vergroeiingen (ankylose) ontstaan op de plaats van de SI-gewrichten en in de wervelkolom. Als gevolg verstijft de rug, vaak in een kromme, voorovergebogen houding. Wanneer (bijna) alle wervels met elkaar vergroeid zijn wordt dit ook wel ‘bamboo spine’ genoemd. Gevolgen van de benige vergroeiingen zijn een verminderde mobiliteit van de wervelkolom en problemen in het dagelijks functioneren. Ook botontkalking en wervelinzakkingen komen regelmatig voor, soms al op relatief jonge leeftijd (<40 jaar). Kortom, het botmetabolisme lijkt verstoord te zijn bij axiale SpA, met overmatig botaanmaak aan de ene kant en overmatig botafbraak aan de andere kant.

Diagnose

De ziekte komt voor bij ongeveer 1 op de 200 mensen en begint op jongvolwassen leeftijd, tussen 15 en 45 jaar. Bij AS zijn afwijkingen aan het bekken of de wervelkolom zichtbaar op röntgenfoto’s, maar het ontstaan van vergroeiingen is een traag proces dat jaren kan duren. Daarom is de herkenning van de ziekte vaak lastig. Axiale SpA of AS wordt vastgesteld op basis van de aanwezigheid van meerdere symptomen en kenmerken, beeldvormend onderzoek en laboratoriumtesten, zoals de aanwezigheid van de genetische factor HLA-B27. Bij AS kan schade aan de SI-gewrichten worden aangetoond op een gewone röntgenfoto van het bekken. In een eerder stadium van de ziekte, wanneer deze schade (nog) niet op röntgenfoto’s te zien is, kan aanvullend een MRI-scan worden gemaakt om te onderzoeken of ontstekingsverschijnselen rondom de SI gewrichten aanwezig zijn. In dit geval spreken wij van niet-radiologische axiale SpA.

Behandeling

De behandeling van axiale SpA bestaat voornamelijk uit oefentherapie om verstijving van de wervelkolom te voorkomen en uit medicatie om ontstekingen te verminderen. Wanneer de behandeling met meerdere reguliere onstekingsremmers (NSAIDs) niet voldoende is om de ziekteactiviteit te verminderen, kunnen patiënten behandeld worden met zogenaamde ‘biologicals’. Voornamelijk TNF-α blokkerende geneesmiddelen worden voorgeschreven bij deze patiënten. Deze (dure) geneesmiddelen remmen het ontstekingseiwit TNF-α in het lichaam en zijn zeer effectief in het verminderen van de ziekteactiviteit. Naast TNF-α remmers is recentelijk een nieuw geneesmiddel beschikbaar gekomen voor AS, genaamd secukinumab. Dit geneesmiddel remt een ander ontstekingseiwit in het lichaam, namelijk IL-17A. Momenteel wordt tevens onderzoek gedaan naar IL-12/23 remmers in AS.

GLAS cohort

In het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) is in 2004 een prospectief, longitudinaal, observationeel cohort onderzoek gestart, genaamd het ‘Groningen Leeuwarden Axiale Spondyloartritis’ (GLAS) cohort. Dit cohort onderzoek is ingebed in de dagelijkse klinische praktijk. Patiënten worden elke 6 tot 12 maanden op de polikliniek van het UMCG of het MCL gezien door gespecialiseerde reumatologen, verpleegkundig specialisten en/of reumaconsulenten. Patiënten worden behandeld en geëvalueerd volgens de meest recente (inter)nationale richtlijnen. Tijdens de poliklinische bezoeken worden verschillende gegevens verzameld om de ziekte te monitoren, waaronder gegevens over ziekteactiviteit, fysiek functioneren, kwaliteit van leven, pijn, stijfheid, vermoeidheid, mobiliteit van de wervelkolom en ontstekingen van gewrichten en pezen. In het bloed wordt onder andere gekeken naar ontstekingswaarden (CRP en BSE). Tevens worden aspecten van botaanmaak en botafbraak geëvalueerd door middel van röntgenonderzoek en botdichtheidsmetingen.

Het GLAS cohort is oorspronkelijk gestart met het includeren van AS patiënten die starten met TNF-α remmers vanwege aanhoudende hoge ziekteactiviteit ondanks behandeling met reguliere onstekingsremmers. Sinds 2009 worden alle axiale SpA patiënten geïncludeerd, zowel AS als niet-radiologische axiale SpA patiënten, ongeacht met welke medicatie ze behandeld worden. Het doel van het GLAS cohort is de ziekte nauwkeurig monitoren en meer kennis verkrijgen over het lange termijn beloop van de ziekte tijdens behandeling in de dagelijkse klinische praktijk. Momenteel worden binnen het GLAS cohort meer dan 600 patiënten gevolgd en daarmee is het GLAS cohort een uniek, groot cohort van axiale SpA patiënten in Noord-Nederland.